Als de dieren zelf een spreekbeurt houden

Over Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda van Bibi Dumon Tak en Annemarie van Haeringen
Spreekbeurt cover

Wie kinderboeken, non-fictie en dieren zegt, zegt Bibi Dumon Tak. In een tijd dat het non-fictie-aanbod voor jonge lezers gedomineerd werd door boeken die vooral bestonden uit beeldmateriaal met wat schaarse tekst erbij, debuteerde zij in 2001 met Het koeienboek, waarin ze allerlei aspecten van het koeienbestaan belichtte. Het boek viel niet alleen op door de haast journalistieke benadering, maar ook door de heerlijk meeslepende schrijfstijl.

De grote stilistische kracht zou een constante blijven in het werk van Bibi Dumon Tak, net als het gebruik van verrassende beelden en originele vertelvormen. Zo verscheen in 2018 Laat een boodschap achter in het zand, een bundel non-fictiepoëzie voor kinderen over de orde van de evenhoevigen. In deze bundel verpakte Dumon Tak de weetjes over de dieren in heel uiteenlopende vormen, zoals een contactadvertentie, een in memoriam en een spreekbeurt.

Met die laatste vorm gaat Dumon Tak verder aan de slag in het recent verschenen Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda. De dieren in dit boek hebben het gehad met de spreekbeurten die mensen(kinderen) almaar houden over hen, want die zijn vaak ‘supersaai’.

‘Waarom?
Omdat ze alles alleen maar door hun eigen mensenogen bekijken.
Elke keer weer.

Mens na mens.
Kind na kind.
Klas na klas.
GAAP!
Het wordt daarom tijd voor een nieuwe kijk:

Dier na dier.’

Spreekbeurt 5

Dieren die spreekbeurten houden over dieren: het is een originele insteek, die Bibi Dumon Tak heel consequent uitwerkt. De klas mag dan wel vol zitten met de meest uiteenlopende dieren – van de mol tot het fruitvliegje, van de doodshoofdvlinder tot de vroedmeesterpad – het gaat er bij hun spreekbeurten vaak net zo aan toe als in een klas vol Vlaamse of Nederlandse kinderen. Bijna elk dier begint met de geijkte openingsformule: ‘Hallo, ik ben een vos en vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de ganzen.’ Of: ‘Hallo, ik ben een helmkasuaris en vandaag behandel ik in mijn spreekbeurt de kolibrie.’ De ene spreker is zo vol van zichzelf dat hij zijn spreekbeurt aan zichzelf, de sneeuwpanter, wijdt, de andere is verlegen en onzeker. De heremietkreeft is zo zenuwachtig dat hij niet uit zijn woorden komt en er zelfs niet in slaagt zijn eigen naam uit te spreken:

‘Hallo, ik… ik ben heel zenuwachtig. Pffffffffff.
Ik begin even opnieuw. Sorry.
Hallo. Ik ben een heremoet, nee, ik ben een heremeetkrie… Nee, ik begin weer even opnieuw.
Een, twee, drie… Hallo. Ik ben een heremijt. Ik ben een hemerijt… hemeriet… harekreeftmiet en vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de eh… de… hoe heet-ie ook alweer?
Wacht… Sorry. Ik begin alweer even opnieuw. Waar was ik. O ja, aan het begin nog maar.
Ik ben een… kreeftemiet, nee, wacht… Ik heb echt geoefend en toen ging het goed. Maar dat was thuis, in mijn schelp. Dit is het spannendste wat ik ooit heb gedaan. Iedereen kijkt naar me en ik kan me niet verschuilen, want ik mocht de spreekbeurt niet vnuit mijn schelp houden. Anders zou het echt wel goed gaan.’
Na afloop hebben de andere dieren ‘tips en tops’ voor de onzekere kreeft:
‘Tips: maak de volgende keer een spiekbriefje en houd je schelp bij de hand.
Tops: toen het over die kleuren ging, was je goed op dreef. En verder ben je echt superdapper.’

Het gaat er overigens niet altijd even rustig en vriendelijk aan toe. De dieren kwebbelen en praten erop los, onderbreken de spreekbeurten met opmerkingen en vragen, roepen en kibbelen. Wanneer het gilamonster (monster!) aan zijn spreekbeurt wil beginnen, loopt het helemaal uit de hand…

Spreekburt 2

Bibi Dumon Tak is er niet alleen met verve in geslaagd om de groep dieren neer te zetten als een herkenbare klas enthousiaste en bij wijlen rumoerige lagereschoolkinderen, de dieren hebben ook allemaal een eigen, unieke persoonlijkheid. Die komt tot uiting in hun – stil, luidruchtig, verantwoordelijk,… – gedrag, in hun manier van spreken, maar soms ook in de keuze van hun spreekbeurtonderwerp. Elk dier heeft wel een, vaak verrassende, reden om voor een bepaald dier te kiezen.

De vos heeft het over ganzen – en daar heeft hij maar één reden voor: ze smaken zo goed. Hij vindt het dan ook logisch dat hij het alleen maar heeft over de lekkerste plekjes van de gans en over hoe je de beesten het best te pakken krijgt: ‘Deze spreekbeurt ging over mijn interesse in ganzen. En die interesse ligt bij het vlees.’ De kerkuil wou het eerst over een ‘kerkachtig dier’ hebben, de Jezus Christushagedis, het lieveheersbeestje, de kruisspin of de bidsprinkhaan, maar besluit het over een andere boeg te gooien: het wordt de Tasmaanse duivel. De zebra vertelt dan weer over ‘puur zwart-witte dieren’, en daar is hij heel streng in: zwart-witte dieren met een rode snavel, gele ogen en zelfs ‘zeer kleine, maar toch rode puntjes aan de onderzijde van zijn vleugels’ vallen af.

Bijna ongemerkt kom je als lezer ontzettend veel te weten, zowel over de dieren waarover de spreekbeurten gaan, als over de dieren die ze houden en de dieren die vragen stellen of tussenkomen. De spreekbeurten en dialogen zitten bomvol interessante weetjes, die Bibi Dumon Tak vaak verpakt in de originele en verhelderende beeldspraak die haar zo eigen is. Zo maken halsbandparkieten ‘een verschrikkelijk geluid’: ‘Oorverdovender dan al het verkeer in de stad, inclusief de sirenes die sommige auto’s laten horen. En het gekrijs van kinderen niet te vergeten.’ Het lijkt, kortom, ‘alsof de hele dag het luchtalarm afgaat’. Zangvogels kunnen zingen omdat bepaalde spieren in hun keel membranen laten trillen, en zo’n membraan is ‘zoiets als die dunne velletjes die je ook ziet op een verse pot pindakaas’.

Spreekbeurt 6

Misschien wel Dumon Taks grootste troef is de humor waarvan het hele boek doordrongen is. Leuke taalgrapjes, hilarische dialogen en grappige situaties wisselen elkaar aan een hoog tempo af.

‘Onze [die van wandelende bladeren] vijanden zijn insecteneters. Dat is logisch, want we zijn nu eenmaal insecten. Maar er zijn dus ook planteneters die voor ons gevaarlijk zijn. Dat zijn dieren die van blaadjes houden en per ongeluk een hap uit ons nemen en ons daarna weer uitspugen. Die planteneters begrijpen niet dat wij geen blaadjes zijn maar insecten. Ze plegen een vergismoord.’

De illustraties van Annemarie van Haeringen maken het helemaal af. De in de spreekbeurten besproken dieren worden door haar paginagroot, kleurrijk en bijzonder expressief geportretteerd tegen een éénkleurige achtergrond, terwijl de sprekers, vaak met spiekbriefje, over de bladzijden heen worden afgebeeld in kleine lijntekeningen.

Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda is opnieuw een bijzonder leerrijke en grappige bundel van Bibi Dumon Tak. Een heerlijk origineel boek!

Bibi Dumon Tak: Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda. Querido, Amsterdam, 2022.
Illustraties van Annemarie van Haeringen.
ISBN 9789045128276.

0

Deel dit bericht

LEES OOK

Een kleurrijk, gastvrij eiland

Over Het eiland van Olifant van Leo Timmers. …

Een boek als een warme deken

Over Papa is een ijsbeer van Edward van de Vendel en Saskia Halfmouw …

Verrassend abecedarium

Over A is van Bij …
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Een vader die alles kan

Hoe kunnen er zoveel gedachten in één hoofd passen?

Iedere olifant doet wel iets

Reading literature gives us images to think with.

meest recente berichten

In een gigagrote oceaan is het simpel verstoppertje spelen

De Boon 2024 gaat naar Erna Sassen en Martijn van der Linden

Jezelf vinden in de Schaduwwereld

Zoeken