Oorlogsgruwel in verzen

Over 'Wat ons nog rest' van Aline Sax
Wat ons nog rest

In het oeuvre van jeugdauteur en historica Aline Sax neemt de Tweede Wereldoorlog een bijzondere plek in. In haar debuut Mist over het strand vertelde ze het verhaal van twee Duitse kindsoldaten in de Tweede Wereldoorlog, en in later werk kwamen de holocaust, het lot van het getto in Warschau e de slag om Stalingrad aan bod. Ook in het recente Wat ons nog rest duikt ze in deze zwarte bladzijden uit de twintigste-eeuwse geschiedenis.

Ditmaal neemt ze ons mee naar het Berlijn van 1945. De oorlog loopt ten einde, de Russische troepen staan op het punt om de Duitse hoofdstad binnen te vallen. Aline Sax kiest ervoor om het verhaal te vertellen vanuit het perspectief van een zeventienjarig Berlijns meisje. Henrike is een van de ‘ruïnevrouwen’, zoals Sax de meisjes en vrouwen noemt die in de laatste maanden van de oorlog nog over zijn in de ruïnes van het tot puin herleide Berlijn. Mannen zijn er nauwelijks nog, ze vechten aan het front, zijn vermist, gesneuveld of gedeserteerd, en wie te jong of te oud is om te vechten wordt ingezet voor de verdediging van wat er nog over is van de Duitse hoofdstad.

‘[…] hier en daar een schuttersput,
waarin vanonder stalen helmen
ogen boven lopen gluren.
Te oude mannen.
Te jonge jongens.’

PERSPECTIEFF VAN DE VERLIEZERS

Het is een interessant maar ook gedurfd vertelperspectief, dat voor Nederlandstalige lezers onbehaaglijk aanvoelt: dat van een Duits meisje, opgegroeid in de schoot van de indoctrinatie van het nazi-regime, met alle daarbij horende slogans en een rotsvast geloof in hun Führer.

Daarnaast is het ook het – in de jeugdliteratuur eerder ongebruikelijke – perspectief van de verliezers. Want over de afloop bestaat geen twijfel meer: de dagen van Berlijn, en van het regime, zijn geteld. De burgers – onder wie Henrike, haar moeder, haar jongere broer en enkele buren – hebben alle hoop op de overwinning al lang laten varen en wachten in een schuilkelder op wat onvermijdelijk komen zal. En dat is bepaald angstaanjagend: niet alleen raken voedsel en water op, vooral het nietsontziende Rode Leger, dat Berlijn steeds dichter nadert, drijft de burgers tot wanhoop:

‘De angst sluimert al
weken-, maandenlang
langs onze ruggengraat,
maar niemand praat
over wat de Russen
zullen doen
met ons.’

Wilhelm, het gedeserteerde vriendje van Henrike, weet maar al te goed wat de Russen zullen doen, wat soldaten altijd weer doen in een oorlog:

‘’Je moet weg, voor de Russen komen.’
[…]
‘Als de Russen doe met onze vrouwen,
wat wij…’
Hij maakt zijn zin niet af.’

Als ook Henrike in de handen valt van drie brute Russische soldaten, besluit ze daarna te vluchten. Ze sluit zich aan bij de eindeloze stroom vluchtelingen, die het oprukkende Amerikaanse leger probeert te bereiken. Van enige onderlinge solidariteit is in die vluchtelingenstroom niets te merken. Het harteloze ieder-voor-zich doet Henrike zich afvragen:

‘Wanneer zijn we zo
afgestompt
geraakt
voor elkanders leed?’

Het zijn pertinente vragen die Aline Sax stelt. Wat als je een hele oorlog lag geloofd hebt in de idealen van de Führer en de valse beloften over de overwinning, die nu als een kaartenhuisje ineen stuiken? Een ondergedoken soldaat die Henrikes pad kruist vraagt bij het vernemen van Hitlers dood:

‘Denk je dat deze hele oorlog
voor niets is geweest’
Ik laat zijn vraag
tussen ons
neervallen.
Ik wil niet nadenken
over zinloosheid.
‘Alle doden?
Alle verkrachtingen?
Alle gruweldaden?
Alle verschrikkingen?”
Hij kan geëxecuteerd
worden
voor die woorden.’

Het verhaal kantelt wanneer Henrike een Amerikaanse soldaat doodt die een meisje wil verkrachten. De geloofwaardigheid van het verhaal krijgt een knak. Plots gaat alles wel heel vlot: Henrike slaagt erin de soldaat in één keer te doden met een zware steen, zonder dat de man ook maar één kreet slaat, vervolgens kunnen zij en het meisje op een trein springen, blijkt die trein naar het bergdorp van het meisje te rijden, dat dan weer vlakbij het huis van Henrikes oom en tante blijkt te liggen, waar ze jarenlang elke zomer de vakantie doorbracht, én blijkt ze helemaal in haar eentje de weg naar dat huis te vinden, na er járen niet meer te zijn geweest. Dat is wel heel veel toeval bij elkaar, zeker in een ontwrichtende tijd als de Tweede Wereldoorlog.

VERSE NOVEL

Aline Sax schuwt in dit boek de gruwel niet die onlosmakelijk verbonden is met oorlog. De verkrachtingen, mensen die in koelen bloede neergeschoten worden, mensen die een graf graven voor dode geliefden, mensen die geen uitweg meer zien en uit angst voor het wrede lot van de overwonnene zichzelf van het leven beroven – met cyaankali, een revolverschot, door verdrinking of collectief, een heel dorp tegelijkertijd.

De gruwelijke beelden komen des te harder binnen door de keuze van de auteur voor een gedurfde vorm, die van de verse novel, een roman in verzen. Aline Sax vertelt haar verhaal in versregels, die vaak maar enkele woorden tellen. Het dwingt niet alleen de auteur tot een heel nauwkeurige, zorgvuldige woordkeuze, het verplicht ook de lezer tot trager lezen, waardoor elk woord in zijn volle kracht binnen komt. Wanneer Henrike na een luchtbombardement de schuilkelder weer uit kan, klinkt het bijvoorbeeld:

‘Ik haal met diepe teugen
adem.
Verse lucht.
Niet gestikt.
Niet levend begraven.’

Vooral bij pijnlijke onderwerpen komen de verzen bij de lezer binnen als mokerslagen. De scène die er misschien wel het hardst inhakt is die waar Henrike verkracht wordt door drie Russische soldaten. Op deze bladzijden staan telkens maar een paar regels, ver uit elkaar, van telkens twee woorden, soms zelfs maar eentje, maar die weinig woorden en de vele witruimte zeggen zoveel meer dan een hele beschrijving zou vermogen.

Doordat Sax daarnaast ook een arsenaal aan stijlfiguren – goed gekozen enjambementen, opsommingen, herhalingen, ellipsen, contrasten… – inzet, krijgt de tekst vaak een bijzonder grote zeggingskracht. Jammer dat het effect enkele keren doorbroken wordt door een uit de toon vallende woordkeuze of een stilistische uitschuiver.

Wat ons nog rest is een beklijvend boek, een verhaal dat, mede door de keuze voor de versvorm, onder je huid kruipt. Een verhaal ook dat in deze tijden waarin oorlogen weer het nieuws beheersen brandend actueel is en je aan het denken zet over de vraag die doorheen het boek aanwezig, die naar zin en zinloosheid, en naar wat er uiteindelijk overblijft wanneer de kanonnen en geweren zwijgen.

Aline Sax: Wat ons nog rest. Antwerpen, Davidsfonds / Infodok, 2023.
ISBN 9789002278617.

0

LEES OOK

Een warme toekomst

Over Samen gaan bouwen. Plannen voor onze toekomst van Oliver Jeffers …

Tussen kindertijd en volwassenheid

Over Tussentijd. Over het schrijven voor jongeren van Aidan Chambers …

Op een snavellengte

Over De fantastische vliegwedstrijd van Tjibbe Veldkamp en Sebastiaan Van Doninck …
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Een vader die alles kan

Hoe kunnen er zoveel gedachten in één hoofd passen?

Iedere olifant doet wel iets

Reading literature gives us images to think with.

meest recente berichten

Wie wint de Boon voor kinder- en jeugdliteratuur 2025?

Teken en schrijf en schilder en dicht zoals je bent

André Sollie

Dag André

Zoeken