Kijk, wie vliegt daar in een rondje?
Muggemietje zonder mondje.
Muggemietje heeft een rietje
en dat steekt ze, als ze dorst heeft,
in je arm of in je knietje
Het boek opent met een typisch Ted van Lieshout-gedicht, waarin hij eens te meer een waardige erfgenaam van Annie M.G. Schmidt blijkt: zijn verzen zijn heerlijk rijmend en ritmisch, steeds met een grote naturel.
‘O,’ zoemt ze, ‘wat is het fijn
om een blije mug te zijn.’
En zo vliegt ze verder rond,
op zoek naar kin of kuit of kont.
De verzen zijn van een grote luchtigheid – of dat lijkt toch zo, voor wie de titel De gemene moord op Muggemietje over het hoofd zou hebben gezien. Want op de tegenoverliggende pagina klinkt het plots, in grote felgele letters: BAM! Het boek klapt dicht, en bij het omslaan van de bladzijde merk je meteen het gevolg: opvallende rode bloedvlekken en de elf uit elkaar gespatte letters die voorheen samen het woord ‘Muggemietje’ vormden.
‘Helaas, we zagen het pas net:
Muggemietje is geplet!’
Wie heeft deze gemene moord op zijn of haar geweten? Geen van de kinderen in de klas neemt de verantwoordelijkheid op zich, en de juf heeft mooi beweren:
‘Een boek kan uit zichzelf niet slaan.
Iemand heeft het dichtgedaan.’
De kinderen hebben er geen oren naar en geven het boek de schuld:
‘Dit boek, wij zagen het meteen,
is vals, is boos, het is gemeen.
Voor ons was het al zonneklaar:
dit boek, het is een groot gevaar.’
En dus is het best dat ze er nooit meer in lezen. Het boek wordt uit voorzorg én als straf verbannen naar een donker plekje in de kast. Maar dat is dan weer buiten de verongelijkte letters gerekend, die zichzelf onterecht mee gestraft voelen, voor een misdaad waar zij uiteindelijk niets mee te maken hebben. Nu ook zij verbannen zijn tot een leven in het donker, worden de bladzijden zwart, met daarop grijze letters. De letters blijken ook gevoelen en meningen te hebben.
Na wat geweeklaag en zelfmedelijden – ‘O, hadden wij maar in een ander boek gestaan! Duizenden boeken op de wereld, en waar staan wij in? Juist, in een boek dat een moordenaar is!’ – gaan ze over tot actie.
‘Boek is een liegbeest! Boek is een jokkebrok! Boek is een leugenaar! (…) Boek is een moordenaar en een leugenaar. Daar staat straf op. Wat voor straf? Pijn is het beste, denken wij.’
Maar het is zo donker in het dichtgeklapte boek dat ze niet eens zien waar ze het boek kunnen knijpen. De oplossing die ze bedenken bestaat erin dat ze allemaal in één hoek moeten gaan staan, zodat het boek zijn evenwicht verliest en uit de kast valt en er weer licht is. Vervolgens proberen ze het boek zo ver te krijgen dat het verklaart de schuldige te zijn. Ze stellen zelf een verklaring op, waar het boek alleen maar mee akkoord dient te gaan:
‘Ik, dit boek, heb er spijt van dat ik Muggemietje heb vermoord. Ik heb het in mijn eentje gedaan. De letters konden er niets aan doen. Zij moeten nu boeten voor mijn misdaad. Ik vraag om vergeving, zodat de letters weer gelezen mogen worden.’
Het boek weigert en de oorlog tussen letters en boek barst in volle hevigheid los. Dat leidt alleen tot heerlijke dialogen en tot een ware scheldpartij op alfabetische volgorde, van ‘Afmaken, die achterlijke aansteller!’ tot ‘Zandstralen, die zielige zeiksnor!’ – een van de hilarische hoogtepunten van het boek. Het blijft niet bij tekstueel gebekvecht op het scherpst van de snee, de oorlog wordt ook visueel en typografisch gevoerd, waarbij Van Lieshout net als in Ze gaan er met je neus vandoor experimenteert met tekst en beeld en een cruciale rol weglegt voor de letters van het boek. Toch is De gemene moord op Muggemietje geen herhaling van Ze gaan er met je neus vandoor. De toon is luchtiger, en er zit veel meer humor in, soms ironisch, vaak kolderiek.
Het boek komt niet ongeschonden uit de verwoede strijd, er is geknipt, gescheurd, verfrommeld, maar zijn onschuld wordt wel bewezen en de echte dader wordt gestraft, waarop een uitvaart kan worden georganiseerd voor het onfortuinlijke Muggemietje, waarop al haar familieleden zijn uitgenodigd:
‘Bedroefd melden wij heden:
Muggemietje is overleden.
(…)
Kom dus, heel de muggennatie,
morgenvroeg naar de crematie.’
Van Lieshout zou Van Lieshout niet zijn als hij niet voor een laatste verrassende wending zou zorgen:
‘(…) na de uitvaart is er pret!
In de klas is een banket
voor de gasten neergezet:
kinderbuiken, kinderbenen,
kinderbillen, kindertenen,
heerlijk vel en lekker zoet.
Er is bloed in overvloed!’
Of was dit niet de laatste verrassing in het boek?
De gemene moord op Muggemietje is een originele whodunnit over de zoektocht naar de moordenaar van een mug. Het typografisch spel is vernuftig en origineel, maar meer nog zijn het Ted Van Lieshouts heerlijke teksten, of het nu rijmende gedichten of spitsvondige dialogen zijn, die het tot een uiterst vermakelijk en geestig boek maken, een genot om (voor) te lezen.
Ted van Lieshout: De gemene moord op Muggemietje, Leopold, 2020.
ISBN 9789025878924.
De gemene moord op Muggemietje is bekroond met een Zilveren Griffel 2021.
Lees van Ted van Lieshout bijvoorbeeld ook Wat is kunst?