Wie J.K. Rowling en Kerstmis zegt, denkt wellicht aan de kerstvakanties vol magie die Harry Potter en zijn vrienden op Zweinstein doorbrengen en aan de duizelingwekkende scènes uit de verfilmingen van de populaire boeken. Wie een zelfde magische kerstsfeer verwacht in Het Kerstvarken, het nieuwe boek van J.K. Rowling, komt bedrogen uit – en niet alleen omdat dit boek voor jongere kinderen en in een ander genre geschreven is.
Het Kerstvarken vertelt het verhaal van Jack, die in de kerstperiode zijn knuffel kwijtraakt en hem koste wat het kost terug wil vinden. Ut Varken, ook wel UV genoemd, is niet zomaar een knuffel, het varkentje is Jacks beste vriend. De twee zijn al acht jaar lang onafscheidelijk, hebben al veel samen meegemaakt, houden van dezelfde dingen, en als er iets tegenzit, is UV Jacks steun en toeverlaat.
‘UV wist en begreep alles, zonder dat Jack iets hoefde uit te leggen. Hij wist van de harde knoop in Jacks borst. Zijn zachte pootjes veegden Jacks tranen weg. Als Jack alleen was in het donker met UV, hoefde hij niet te doen alsof.’
En het zit niet mee voor Jack. De plotselinge scheiding van zijn ouders, die Jack niet had zien aankomen, zet heel wat in gang. Jacks vader gaat in het buitenland wonen, hij en zijn moeder verhuizen, en hij moet naar een nieuwe school. En dan krijgt zijn moeder een nieuwe vriend, en met hem doet ook stiefzus Sanne haar intrede, een puber die haar onvrede over de nieuwe gezinssituatie niet onder stoelen of banken steekt. Op de dag van kerstavond gaat het helemaal mis: wanneer ze in de auto ruzie krijgen, grist Sanne de knuffel uit Jacks handen en werpt hem door het autoraampje op de snelweg. Jack is ontroostbaar en hysterisch, en het splinternieuwe nieuwe varken (‘Kerstvarken’), dat een berouwvolle Sanne hem nog diezelfde avond cadeau geeft, kan UV natuurlijk niet vervangen.
J.K. Rowling neemt uitgebreid de tijd om deze krijtlijnen uit te zetten. Te uitgebreid: twaalf hoofdstukken of een vijftigtal pagina’s lang, die bovendien niet bijster goed geschreven zijn. Vooral de eerste hoofdstukken hebben een hoog ‘en toen… en toen… en toen…’-gehalte, en, in het licht van het aantal pagina’s dat ze toegemeten krijgen, blijven de personages, zelfs hoofdpersonage Jack, bijzonder vlak. Het verhaal komt maar moeizaam op gang.
Na deze inleiding neemt het verhaal een wending. Jack is van plan om in het holst van de nacht, als iedereen slaapt, het huis uit te sluipen om langs de snelweg zijn knuffel te gaan zoeken. Zo ver komt het niet, want het is kerstavond, ‘de avond van wonderen’. Terwijl Jack in het duister ligt te wachten op het moment dat hij zijn gevaarlijke onderneming aan kan vatten, komen de voorwerpen in zijn kamer, ook het speelgoed, tot leven. Kerstvarken stelt Jack voor om UV te gaan zoeken in het Land van Verlies, de plek waar voorwerpen terechtkomen als ze in de echte wereld zoek raken. Net zoals in Harry Potter alle leerlingen worden ingedeeld door de Sorting Hat, krijgen in het Land van Verlies ook alle voorwerpen een plaats toegewezen. Goedkope, waardeloze dingen gaan naar Niemendal, een stadje met wildwest-allures, dingen waar nog naar gezocht wordt komen terecht in het gezellige stadje Had-Ik-Je-maar, en de kostbaarste voorwerpen, die in de echte wereld zeer gemist worden, krijgen een plekje in de Stad van Verloren Schatten, een prachtige stad met Venetiaanse aandoende kanalen. De drie steden roepen overigens ook sterke herinneringen op aan het Inferno, het Purgatorio en het Paradiso van Dante. Alle dingen hopen in de echte wereld teruggevonden te worden en zo via een gouden lichtstraal terug te kunnen keren naar de wereld van de mensen. Want wie écht vergeten wordt, gaat meteen naar de Vlakte van de Verstotenen, waar de Ondingen zoals ze genoemd worden, in de handen dreigen te vallen van de Grote Verliezer, de wrede heerser over het Land van Verlies
Het spreekt voor zich dat al deze verloren voorwerpen, die in de wereld van de mensen levenloos zijn, in het Land van Verlies tot leven komen. J.K. Rowling heeft zich helemaal laten gaan in het bedenken van de personages die deze fantasiewereld bevolken – of misschien is het beter om te stellen dat haar fantasie met haar aan de haal is gegaan. Ze introduceert een bonte stoet verloren voorwerpen, sommige heel voor de hand liggend (een broodtrommeltje, een polshorloge, een sleutel of een schroevendraaier), andere dan weer verrassend (een kladversie van een gedicht, maar ook Slechte Gewoonten, Principes en gevoelens als Geluk, Hoop en Ambitie, want die dingen kun je ten slotte ook verliezen). Allemaal krijgen ze hun eigen verhaal, hun eigen voorgeschiedenis, en ook hun eigen persoonlijkheid en manier van praten en gedragen mee. Rowling komt meermaals verrassend en origineel uit de hoek, maar iemand had haar moeten waarschuwen: kill your darlings, dear. Dat ze dat laatste niet gedaan heeft, ondermijnt in sterke mate de kracht van haar verbeeldingsvolle vondsten. Het zijn er zoveel dat haar ongebreidelde fantasie op den duur de tenen doet krommen. Ook J.K. Rowling ontkomt niet aan de wijsheid die ooit werd geformuleerd door Goethe: ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister.’
In het Land van Verlies gaan Jack en het Kerstvarken op zoek naar UV. Het is een onderneming vol risico’s en gevaren. Als mens mag Jack immers helemaal niet in het Land van Verlies komen. En hij mag dan wel gereduceerd zijn tot een speelgoedfiguurtje van miniformaat, als hij ontdekt wordt, valt hij ten prooi aan de Grote Verliezer en kan hij nooit meer terugkeren naar het Land van de Levenden. Sowieso moet hij voor het eind van kerstavond terugkeren, want alleen dan zijn wonderen mogelijk.
Dat zorgt voor een van de spanningsbogen in het verhaal: zal Jack nog kunnen terugkeren naar zijn eigen wereld? Of valt hij in de handen van de Grote Verliezer? Op zijn zoektocht naar UV komt Jack vele gevaren tegen, want overal in deze fantasiewereld zijn Hulpverliezers, de knechtjes van de Grote Verliezer, op zoek naar hem en zijn Kerstvarken, en meermaals zijn ze heel nabij. Dat zou spannend kunnen zijn, ware het niet dat Rowling zich er meestal van afmaakt met een reddende deus-ex-machina of een of andere flauwe oplossing. En net zoals Jack en het Kerstvarken op een bijzonder flauwe manier in het Land van Verlies raken (want alleen wie zoek is belandt daar immers, maar hoe raak je, met zijn tweeën dan nog, opzettelijk zoek?), ontsnappen ze in wat een bloedstollende confrontatie had kunnen zijn in het hol van de Grote Verliezer zelf, op een al even flauwe manier aan een zekere dood in zijn klauwen.
De tweede spanningsboog behelst de vraag of Jack zijn lievelingsknuffel zal terugvinden, en hem mee zal kunnen nemen naar het Land van de Levenden. Daar heeft Rowling een verrassing van formaat in petto voor de lezer, maar jammer genoeg komt ook de moraliste in Rowling (te) sterk naar boven, want ze heeft niet alleen een verrassing in petto, maar vooral ook heel veel boodschappen.
Hetzelfde geldt voor de derde vraag die voor spanning moet zorgen: hoe loopt het in het nieuw samengestelde gezin verder met de spanningen tussen stiefbroer en stiefzus?
Boodschappen over verlies en loslaten, over het milieu en het consumentisme, over wat waardevol is en wat niet, over tevreden zijn met wat je hebt, over moed en hoop en dat je die nooit mag opgeven, over echtscheidingen en nieuw samengestelde gezinnen: al is enige moraal het genre van het kerstverhaal uiteraard niet vreemd, in dit boek had het beslist wat minder gemogen.
Knuffels, zelfs lievelingsknuffels, die kwijtraken en voor veel verdriet zorgen en speelgoed dat tot leven komt, komen wel vaker voor in kinderboeken. Dat de uitgangspunten van dit boek niet bijster origineel zijn, vergeef ik J.K. Rowling graag. Ook vaak gebruikte thema’s kunnen prachtige boeken opleveren. Maar dat ze zoveel steken laat vallen bij de uitwerking van het verhaal, valt minder te vergeven. Als boek overtuigt Het Kerstvarken niet. Misschien was Rowling beter voor een animatiefilm gegaan, want het verhaal heeft met al zijn Toy Story-achtige personages en ontwikkelingen wél een hoog Pixar-gehalte. De film ware beter geweest dan het boek.
J.K. Rowling: Het Kerstvarken, De Harmonie, 2021.
Uit het Engels vertaald door Wiebe Buddingh’.
Met illustraties van Jim Field.
ISBN 9789463361361.