Op een koude winternacht van Jean E. Pendziwol en Isabelle Arsenault opent met een sobere prent van een donkere slaapkamer, waar door een raam de nog donkerdere nacht naar binnen valt en onder een beige deken een jongen stilletjes ligt te slapen. De tekst erbij is al even summier:
‘Op een koude winternacht,
toen jij onder je deken van dons
lag te slapen,
maakte ik een tekening voor je.’
Op de volgende pagina is het donker van de muren en het raam plots een pikzwarte nachthemel geworden, met daaronder een beige heuveltje en een wit hek. De verteller tekent een winters nachtlandschap, beginnend met één enkel sneeuwvlokje, maar al snel vult de donkere hemel zich met kleine en grote glinsterende stippen.
‘Ze wemelden,
zweefden,
tuimelden naar beneden
tot de wereld bedekt was
me een deken van dons,
net als jij.’
Onder die sneeuw, die op de takken van de naaldbomen valt en vervolgens een dik tapijt vormt op de grond, komt een winters landschap tot leven. Op elke volgende spread begint de tekst met ‘Op een koude winternacht’, als was het een refrein. De sparren steken hun armen uit om de sneeuwvlokken te vangen. Een ree en haar jong snuffelen onder de sneeuw en eten bevroren appels. Een uil spreidt zijn vleugels uit en zweeft naar beneden. Beschrijft de tekst wat we zien in de prenten? Of tekende de illustrator wat in de tekst te lezen valt? Het doet er niet toe – tekst en beeld lijken bijna samen te vallen, waarbij opvalt hoe rijk de taal is die dit landschap in woorden vat: sneeuwvlokken wemelen, zweven en tuimelen, de sneeuw die op takken valt lijkt op plukjes wol en later wolken van schuimgebak, de vrieskou danst met zijn ijsklompjes over het raam van het kind…
In de prenten van Isabelle Arsenault en de subtiel poëtische woorden van Jean E. Pendziwol en vertaler Bart Moeyaert ontvouwt zich het leven dat zich voltrekt wanneer wij slapen. Na de herten en de uil verschijnen twee sneeuwhazen die zich verstoppen voor een vos, en een ‘kleine, kleine muis’ die op weg is naar een eetfestijn van vogelzaad dat uit een voederhuisje is gevallen.
In deze prenten is de hoofdrol weggelegd voor de sneeuw. De sneeuwvlokjes die door de donkere lucht dwarrelen, de dierenpoten die kleine sporen nalaten in de sneeuw, de dikke pakken sneeuw die zwaar op bomen en struiken liggen, de sneeuwkristallen die schitteren als diamanten: in de illustraties van Isabelle Arsenault worden ze bijna tastbaar.
De illustraties zijn voornamelijk uitgevoerd in zwarte, grijze en witte nachttinten, met enkele subtiele kleuraccenten – wat groene dennennaalden, kleine felrode appels, de gele ogen en bek van de uil, de oranjerode blosjes van de hazen en vossenstaart, he blauw van ijsbloemen op een raam… Wanneer de sneeuwwolken uitgesneeuwd zijn en plaats maken voor een hemel vol sterren, breidt Arsenault haar kleurenpalet uit, met een purperen sterrenhemel en het muntgroen, roze en oranje van een in de Nederlandse vertaling niet benoemd noorderlicht.
Op de laatste pagina zit het kind in een gele pyjama in zijn eentje op zijn bed voor het raam. Op een koude winternacht geeft prachtig het gevoel weer van ’s ochtends wakker te worden in een wereld die op magische wijze helemaal veranderd is door een laag sneeuw.
De verteller, die dit landschap getekend heeft voor het kind, blijft onbenoemd, wat een onbepaaldheid creëert die verschillende interpretaties mogelijk maakt. Is de verteller de natuur, die dit schouwspel letterlijk creëert? Is het een ouder, die dit verhaal voorleest voor het slapengaan? Is het een afwezige – overleden? – ouder, die op deze manier aanwezig is in het leven van het kind?… De Nederlandse vertaling laat wat dat betreft meer open dan het origineel, dat in de allerlaatste regels net iets explicieter wordt. Maar wie het potlood en de pen ook vasthoudt, de tekening die bladzijde na bladzijde tot stand komt, in woorden en beelden, is een klein, verstild meesterwerk.
Op een koude winternacht is een rijk prentenboek, dat je op verschillende manieren kan lezen: een heerlijk knus voorleesboek, een ode aan de schoonheid en de magie van een winternacht, maar ook een wat melancholisch verhaal vol onbestemde troost.
Jean E. Pendziwol: Op een koude winternacht, Querido, 2020.
Illustraties van Isabelle Arsenault.
Uit het Engels vertaald door Bart Moeyaert.
ISBN 9789045125022.
Bekijk zeker de trailer van dit hartverwarmende prentenboek. Je kunt ook het Engelse orgineel bekijken.
In dit interview vertelt Jean E. Pendziwol meer over Once upon a Northern Night.
Once upon a Northern Night werd in het Nederlands vertaald door Bart Moeyaert. In dit interview vertelt Moeyaert meer over het vertalen van kinder- en jeugdboeken.
Benieuwd naar andere prentenboeken over de winter? Uitgelezen maakte een selectie van de mooiste kinderboeken over winter, sneeuw en koude.
[…] van Jean E. Pendziwol en Isabelle Arsenault, in een vertaling van Bart Moeyaert. In dit prachtige prentenboek kondigt de verteller aan een tekening te maken voor een kind dat ligt te slapen. Pagina na pagina […]