Maart is de maand van de Jeugdboekenmaand. Dit jaar is deze maand extra feestelijk, want de Jeugdboekenmaand bestaat 50 jaar. Naar aanleiding van deze verjaardag organiseert Iedereen Leest een wedstrijd: ‘Wat is jouw feestboek?’ Wie een feestelijke foto of een party-filmpje van zichzelf en zijn of haar favoriete boek maakt, kan een boekenpakket winnen, of een bezoek van een van de leden van het feestcomité van de Jeugdboekenmaand aan je klas of bib. Hopelijk gaan veel mensen hierdoor nadenken over hun favoriete boek.
Ook ik vroeg me af: wie mag er van mij op het hoogste schavotje?
Omdat het ten slotte Jeugdboekenmaand is, beperkte ik me tot kinder- en jeugdboeken, dat zou de keuze al niet iets eenvoudiger moeten maken.
Maar dan nog bleek het geen makkelijke keuze. Eén blik op mijn boekenkast was voldoende om dat te beseffen. Er bestaan een behoorlijk aantal ‘erg mooie boeken’ – en gelukkig maar, want zou ik zonder al dat moois op mijn boekenweg ook een echt lezer geworden zijn? Maar ‘erg mooi’ is nog iets anders dan het mooiste, het allermooiste. Waar in mijn leesgeschiedenis zit dat juweeltje verstopt?
Ik nam boeken uit de boekenkasten, ik wikte, ik woog, ik wikte nog meer, ik was streng en nog strenger en dan nog strenger. Tot ik nog een twintigtal titels overhield. Toen begon de ellende. Hoe kies je in godsnaam tussen de dierenverhalen van Toon Tellegen en Winnie de Poeh? Tussen Klein verhaal over liefde van Marit Törnqvist en die andere prachtige vertelling over verlangen en liefde, Wachten op Matroos van André Sollie en Ingrid Godon? Tussen Edward Tulane, het onuitstaanbare porseleinen konijn van Kate DiCamillo dat maar mondjesmaat leert wat liefde is, en het onweerstaanbare duo wolf en schaap uit Schaap met laarsjes van Maritgen Matter? Tussen Blote handen van Bart Moeyaert en Het boek van alle dingen van Guus Kuijer? Onbegonnen werk, zonder enige twijfel.
Ik maakte van mijn hart een steen.
Ik was streng.
Erg streng.
Maar strenger dan deze zes, nee, dat kan ik niet.
Dit zijn mijn aller-, allermooiste in absoluut willekeurige volgorde:
Misschien wisten zij alles.
313 verhalen over de eekhoorn en andere dieren
(Toon Tellegen)
Om de magnifieke, virtuoze taal, om de fijne humor en de lichte melancholie, om de filosofische diepgang, om het alomvattende, om de onvergetelijke mier en eekhoorn, om de voortdurende verwondering en de glimlach die de verhalen steeds weer op mijn lippen weten te toveren.
Je moet dansen op mijn graf
(Aidan Chambers)
Het boek dat de wereld voor mij, midden in mijn tienertijd, even liet stoppen met draaien. Het boek waarna alles anders was, het boek waarna ik anders was, als mens, als lezer. Het boek dat me raakte op een manier waarop ik noch eerder, noch later door een boek geraakt werd. Een hele eindverhandeling heb ik er destijds aan gewijd, en nog kan ik er niet helemaal de vinger op leggen. De magistrale vernieuwende vorm, de prachtige taal, de prikkelende rijkdom aan ideeën, het fascinerende en aangrijpende verhaal, de nauwelijks uitgesproken maar zinderende erotische geladenheid en de ontroerende tederheid: nog grijpen ze me aan als ik het boek opensla en op een willekeurige bladzijde begin te lezen.
Kleine Sofie en Lange Wapper
(Els Pelgrom en Thé Tjong-Khing)
Onvergetelijk is ze, Kleine Sofie die alles wil weten ‘Wat Er In Het Leven Te Koop Is’, en al even onvergetelijk zijn haar poppen en knuffels die ervoor zorgen dat die wens ook echt in vervulling zal gaan. Het verhaal is prachtig opgebouwd, prachtig geschreven, prachtig geïllustreerd. Het einde is schokkend, ontroerend, troostend en van een haast onwezenlijke schoonheid. ‘Een eindeloze reis was begonnen’: nog razen de emoties door me heen als ik aan dat ene zinnetje denk.
De Wissewaswinkel.
Alices wondergoed voor feesten en verjaardagen
(Frédéric Clément)
Een juweeltje, een kleinood, een feest voor oog en oor. Een heerlijk boek, met een bijzondere vorm, bijzondere afbeeldingen die veel meer zijn dan illustraties, en o-la-la wat een taal. Ze is merveilleux in het Franse origineel, maar misschien nog wonderlijker in de Nederlandse vertaling – een meer dan sterk staaltje van Bart Moeyaert. Een boek om met ingehouden adem te doorbladeren, om te koesteren, om verliefd op te worden en te blijven, een leven lang.
Jan, mijn vriend
(Peter Pohl)
Jan is misschien wel het meest intrigerende personage in de jeugdliteratuur. Jan, die op de laatste dag van augustus aangefietst komt en die met al zijn fietskunsten grote indruk maakt op Krille en zijn vrienden. Jan, die opduikt en dan weer verdwijnt, soms wekenlang, en dan weer terugkomt. Jan, waar een waas van mysterie om heen hangt, een mysterie dat te groot is voor Krille. Jan, van wie Krille steeds meer gaat houden. Jan, mijn vriend is een boek waarin je Jan ziet door de ogen van Krille, en je mee met hem in het ongewisse bent over wie Jan is. Een boek dat je met ingehouden adem leest, met kippenvel, en dat je tussen de regels beetje bij beetje voorbereidt op de mokerslag waarop je niet, nooit voorbereid bent. Een verhaal dat je nooit meer loslaat en dat bij elke herlezing nog even aangrijpend en even schokkend is als die allereerste keer.
De eend, de dood en de tulp
(Wolf Erlbruch)
Er zijn al veel kinderboeken gemaakt over de dood, maar De eend, de dood en de tulp van meester-illustrator Wolf Erlbruch is hors catégorie. De dood is hier een stille, zwijgzame metgezel, die altijd in de buurt is van de eend, ‘voor het geval dat’. De dood, door Erlbruch prachtig in sobere tekeningen gevat als een knekelig mannetje in wat ouwelijk aandoende kleren, is vriendelijk, geduldig, voorkomend. Erlbruch drukt bijzonder veel uit in de gelaatsuitdrukkingen en de houdingen van de twee personages. Een ingetogen, hartverwarmend en vooral troostrijk boek, met hier en daar wat heerlijk subtiele humor..
Mijn zes mooiste. Maar gelukkig hoef ik niet echt te kiezen: mijn bovenste plankje is ruim genoeg voor twintig boeken. En nog een paar.