‘Praten doen we niet veel’

Over De tuin van mijn Baba van Jordan Scott en Sydney Smith
Baba cover

In zijn eerste prentenboek, het prachtige, empathische Ik praat als een rivier, dat hij samen met illustrator Sydney Smith maakte, vertelde Jordan Smith een heel persoonlijk verhaal over hoe hij als kind stotterde. In De tuin van mijn Baba duikt hij opnieuw in zijn kinderherinneringen, ditmaal herinneringen aan zijn Poolse grootmoeder, die de Tweede Wereldoorlog overleefde en daarna uitweek naar Canada.

Elke ochtend wordt de naamloze verteller – een klein jongetje en alter ego van de auteur – als het nog donker is door zijn papa naar zijn ‘Baba’ gebracht , die voor en na schooltijd voor hem zorgt. Zijn Poolse oma heeft de Engelse taal nooit echt onder de knie gekregen en dus gebruiken oma en kleinzoon onderling niet veel woorden.

‘Praten doen we niet veel. Zij wijst en ik knik; zij knijpt in mijn wangen en ik lach.’

Ze communiceren door middel van gebaren, aanrakingen, lachjes. En misschien nog het meest door middel van eten. Want in Baba’s kleine houten huisje langs de snelweg, ter grootte van een kippenhok, lijkt alles in het teken van eten te staan.

‘Overal in haar huis vind je eten uit haar tuin: potten met augurken op de wc, knoflookstrengen in de douche, bieten op het schoenenrek, tomaten op het balkon, wortels in de schommelstoel, appels aan het voeteneinde van het bed.’

Baba Oma keuken

Als de jongen ’s ochtends haar huis binnen gelopen komt, weet hij haar steevast in de keuken te vinden, waar ze druk bezig is met koken. Elke ochtend serveert ze hem hetzelfde ontbijt: een copieuze portie havermout met heel veel boter; augurken, kool en bieten uit haar tuin. Terwijl de jongen eet, kijkt zij aandachtig toe, en als hij iets morst of laat vallen, raapt zij het gauw op, geeft het eten een kus en legt het weer in zijn kom.

De jongen stelt zich geen vragen bij zijn oma’s omgang met voedsel, de lezer moet het doen met een terloopse opmerking: ‘Mama zegt dat Baba vroeger heel lang heel weinig eten had.’ Pas als hij volwassen is zal de kleinzoon, zo blijkt uit het autobiografische nawoord van Jordan Smith zelf, begrijpen dat zijn grootmoeder en haar familie tijdens de Tweede Wereldoorlog ernstig leed is aangedaan en dat voedsel in die tijd schaars was.

Tegenover die schaarste uit haar verleden heeft de na de oorlog uitgeweken Baba in haar nieuwe land een weelderige moestuin aangelegd, die ze elke dag samen met de jongen bezoekt. ‘Daar is zo veel te zien, zo veel te ruiken, te veel om te eten.’

Elke ochtend wandelt Baba met hem mee naar school. Op dagen dat het regent, loopt ze langzamer, omdat ze wormen zoekt en in een klein glazen potje met aarde stopt. Na schooltijd schudden oma en kleinzoon de wormen uit het potje in de tuin op de grond en bedekken ze met aarde, zodat de beestjes bodem kunnen verluchten en voeden. Het wordt een zoveelste woordeloos ritueel dat de twee delen.

Elke dag verloopt volgens hetzelfde stramien, tot het moment komt dat de oma haar kleine huisje moet verlaten en haar intrek neemt bij de jongen en zijn ouders. Nu is het de jongen die haar elke ochtend ontbijt op bed brengt, een kommetje havermout met schijfjes appel. En als zij een appelschijfje laat vallen, geeft hij het een kusje voor hij het weer in haar kommetje legt. Hij plant kerstomaatjes in een pot die hij bij haar raam zet en wanneer het regent gaat hij buiten op zoek naar wormen. Zijn Baba slaat hem gade van achter het raam en, zo suggereert de lichte glimlach rond haar lippen, ziet dat het goed is.

baba4

Jordan Scott heeft weinig woorden nodig om het verhaal te vertellen. Het poëtisch gehalte van zijn sobere taal wordt nog versterkt door de mooie beelden die hij hier en daar gebruikt. De jongen krijgt van zijn oma een ‘zwembad-kom’ vol havermout, de bergen aan de zee lijken op ‘walvisbuiken’ en als Baba kookt is ze gelukkig en humt ze ‘als een nacht vol muggen’. Mooi is hoe in de eenvoudige taal van Scott toch plaats is voor hoe kinderen de werkelijkheid soms vol fantasie overdrijven. Wanneer de jongen zegt dat je overal in het huis van de oma eten uit haar tuin vindt – ‘knoflookstrengen in de douche’, ‘wortels in de schommelstoel’ – tonen de prenten inderdaad een klein huis propvol verse en ingemaakte groenten, maar dan wel op meer gebruikelijke plekken: op rekken, op de tafel, in manden…

Die schitterende illustraties van Sydney Smith tonen wat vaak niet in woorden gezegd wordt, maar het zou de illustrator oneer aandoen te zeggen dat ze de tekst louter ‘aanvullen’. Stuk voor stuk zijn het prachtige schilderijtjes in gouache en waterverf, waarin Smith, net als in Ik praat als een rivier, op een ongeëvenaarde wijze met licht speelt. Dat zorgt steeds weer voor een groot gevoel van warmte: de weerkaatsing van autolampen op een nat wegdek in de regen, de zachte gloed van de avondzon, het verblindend felle licht dat door het raam de keuken verlicht, en vooral het zonlicht dat de personages als een warm en zacht aura omringt op momenten dat ze iets doen waar ze gelukkig van worden: de oma die staat te koken, of die samen met hem door de tui loopt, of samen met hem wormen loslaten op de grond.

Smith slaagt er op meesterlijke wijze in om de bijna woordeloze maar warme en emotievolle relatie tussen de jongen en zijn oma vorm te geven in expressieve illustraties. Uit de manier waarop de twee naast elkaar in de tuin zitten en lopen spreekt hun diepe verbondenheid en bijzondere band, uit Baba’s gezicht en blik het leed van jaren geleden, het verdriet om wat voorbij is, maar ook de diepe liefde die ze voelt voor haar kleinzoon.

De tuin van mijn Baba is een warm en liefdevol, persoonlijk eerbetoon van Jordan Scott aan zijn Baba Stefania Kujawa, maar zijn grote poëtische kracht en de verbluffende illustraties van Sydney Smith tillen het verhaal op een hoger niveau. De liefdesbrief van een kleinzoon aan een oma wordt een universeel verhaal over de liefde tussen generaties, over zorgzaamheid, over woordeloos doorgegeven gebruiken, over het belang van gedeelde momenten, over de troost van kleine rituelen. Een prentenboek om te koesteren!

Jordan Scott: De tuin van mijn Baba. Querido, Amsterdam, 2023.
Illustraties van Sydney Smith.
Uit het Engels vertaald door Edward van de Vendel.
ISBN 9789045129075.

0

LEES OOK

Hoe kunnen er zoveel gedachten in één hoofd passen?

Over Pikkuhenki van Toon Tellegen en Marit Törnqvist …

Jezelf vinden in de Schaduwwereld

Over Umbrador van Marieke Smithuis en Jeska Verstegen …

Een vader die alles kan

Over mijn vader van Toon Tellegen …
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Een vader die alles kan

Hoe kunnen er zoveel gedachten in één hoofd passen?

Iedere olifant doet wel iets

Reading literature gives us images to think with.

meest recente berichten

In een gigagrote oceaan is het simpel verstoppertje spelen

De Boon 2024 gaat naar Erna Sassen en Martijn van der Linden

Jezelf vinden in de Schaduwwereld

Zoeken