Vorig jaar kreeg Henna Goudzand Nahar een Bronzen Griffel voor Op de rug van Bigi Kayman, haar kinderboek over twee kinderen die als slaaf op een plantage moeten werken. Ook in haar nieuwe boek, Suikerland, staat het thema van de slavernij centraal.
Het verhaal begint in een dorp in Afrika en verrast al meteen. Al op de eerste bladzijden maakt de lezer kennis met Lano en Esi. Ze zijn samen opgegroeid, sinds het meisje Lano niet meer als gelijke behandelt en hem ‘Jongen’ noemt:
‘Het was vast niet leuk voor hem om nu als slaaf te moeten leven. Maar het kon toch niet anders? Wat haar moeder zei, klopt ze: als hij het nu niet leerde, werd hij nooit meer een goede slaaf. En dat moest wel… Want hoe zou zij later anders In de beeldenmakerij van haar grootvader kunnen werken? Wie zou dan haar huishouden moeten doen?’
Even is het verwarrend, maar Henna Goudzand Nahar maakt snel duidelijk dat ook in Afrika zoiets als slavernij bestond. Het volk van Esi had dat van Lano buit gemaakt in een oorlog en daarom waren die laatsten nu slaven en moet Lano nu samen met zijn ouders voor het gezin van Esi werken, een situatie die de jongen als onrechtvaardig beschouwt.
Maar al meteen verandert het leven van de twee grondig. Als Esi en haar jongere broertje Yaa naar de rivier gaan om te zwemmen en Lano mee moet, worden ze ontvoerd door twee Afrikaanse mensenrovers. Na een dagenlange tocht over de rivier, bereiken ze de kust van West-Europa, waar een slavenschip klaar ligt en de mensenrovers hen voor enkele kruiken en wat stof verkopen aan ‘witte wezens’.
De overtocht, waar de drie kinderen weer dichter naar elkaar toegroeien, is hels. De geroofde Afrikanen leven in erbarmelijke, zeg maar mensonterende omstandigheden, zeeziek, opeengepakt in een donker ruim, met te weinig eten, en overgeleverd aan de grillen van de bemanning.
De uitputtende reis eist regelmatig zijn tol: tal van Afrikanen sterven, door ziekte, door toedoen van de bemanning, soms door eigen keuze. Van de drie kinderen bereikt alleen Esi uiteindelijk de overkant. Niet lang nadat ze ingescheept zijn, slaagt Lano erin te ontsnappen. De kleine Yaa wordt ziek, overlijdt en wordt in zee gegooid.
Menselijk gelaat
Op de slavenmarkt wordt Esi verkocht aan David Cohen, slavenmeester van een suikerrietplantage, net als het slavenschip een oord van ellende: vernedering, mishandeling en uitbuiting zijn het lot van de slaven. Esi blijft de ergste ellende bespaard: ze wordt huisslaaf, geen veldslaaf. De andere slaven de ze ontmoet hebben elk hun eigen verhaal. De bejaarde huishoudster Nene, die zich een leven lang heeft uitgesloofd, maar daar uiteindelijk geen waardering voor krijgt. De oude tuinman Isaïe, die berust in zijn lot en geluk probeert te halen uit de kleine dingen des levens. De jongere huisslavin Marie, die gruwelijk gestraft is voor een kleine misstap. En Jantje, de zoon van een witte opzichter en een zwarte slavin, die blijft geloven dat zijn ondertussen naar Amsterdam teruggekeerde vader hem op een dag zal komen halen en uiteindelijk de werkelijkheid onder ogen moet zien: hij zal altijd een slaaf blijven. Wanneer zijn situatie al te hachelijk wordt, omdat de zoon van de slavenmeester een grote haat tegen hem koestert, zetten de anderen hun eigen angsten – en soms berusting – opzij om hem te helpen ontsnappen, zodat hij zich kan aansluiten bij een groep marrons, gevluchte slaven die in het regenwoud leven.
Mooi is hoe Henna Goudzand Nahar de verschillende personages tot leven laat komen. Het zijn round characters, elk met een eigen persoonlijkheid, geschiedenis en ontwikkeling. Het biedt de auteur de mogelijkheid om verschillende perspectieven en emoties – van onderdanigheid over gelatenheid tot opstandigheid, van verdriet tot woede – belichten, waardoor de lezer inzicht krijgt in het complexe menselijke drama dat de slavernij was. Door hun emoties invoelbaar te maken geeft Henna Goudzand Nahar de tot slaaf gemaakte Afrikanen het menselijke gelaat terug dat hen ontnomen was door de blanke slavenmeesters.
Het jonge meisje Esi neemt hierin een bijzondere positie in door de ontwikkeling de ze doormaakt, niet alleen in de feiten, maar ook in haar voelen en denken: de wat arrogante Esi, die de baas speelde over ‘haar’ slaaf Lano en dat vanzelfsprekend vond, wordt zelf tot slaaf gemaakt en gaat inzien hoe onrechtvaardig en wreed slavernij is.
Henna Goudzand Nahar gaat, zowel in het relaas van de bootreis als in de beschrijving van het leven op de plantage, de gruwel en de wreedheden niet uit de weg. Een vrouw die met haar jonge kind midden op de oceaan van boord springt, een gewisse dood tegemoet, de bloedhonden op de plantage die een gevluchte slaaf verscheuren, een zwangere vrouw die bewusteloos neerzakt na een kastijding met de zweep, terwijl ze gedwongen hete stenen in haar handen moest houden: het zijn schokkende, naar de keel grijpende taferelen, die jammer genoeg deel uitmaakten van het leven in slavernij. Henna Goudzand Nahar vertelt ze in een nuchtere stijl, onnadrukkelijk haast, zonder ze uit te vergroten, maar ze komen des te harder binnen.
Gruwel
Dat die wreedheden niet enkel door blanke Europeanen begaan werden, maar dat soms ook Afrikanen er een aandeel in hadden, loopt als een rode draad doorheen dit boek. De drie kinderen worden geroofd door Afrikaanse mannen, op het slavenschip is er een bomba, een zwarte opzichter, en de zwarte opzichter op de plantage, basya Leegbek, is even wreed als zijn witte slavenmeester. Afrikanen droegen soms bij aan de slavernij om er geld aan te kunnen verdienen, om hun eigen positie te verbeteren of om hun eigen hachje te redden.
‘Overal zal je mensen vinden als bomba Kofi, mensen die alleen maar aan zichzelf denken. Mensen die iedereen verraden, als zij het maar goed hebben.’
Suikerland laat de lezer op overtuigende wijze nadenken over indringende vragen, over slavernij, maar ook over loyaliteit en solidariteit, en over (mede)menselijkheid in het algemeen: hoe gaan wij om met onze medemensen, en welke rol speelt ons eigen belang daarin?
Henna Goudzand Nahar vertelt het verhaal in een vlotte, beeldende taal, die vaak heel direct is, maar die regelmatig ook verrast door een sterke vergelijking of formulering:
‘Het was alsof iemand kleine vreugdevuurtjes in haar aanstak.’
‘Meteen daarop voelde hij een holte in zijn lichaam, alsof het een leeggeschraapte kokosnoot was. Wat miste hij zijn ouders!’
Of nog:
‘Maar hun stemmen stopten niet. Toen hij er niet meer tegen kon, tikte hij Ama aan.
“Hoeveel seizoenen moet je oud zijn voordat je je ouders niet meer in je hoofd tegen je hoort praten?”
Fluisterde hij toen ze hem vragend aankeek.
Ama trok hem glimlachend tegen zich aan.
“Hoe oud je ook wordt, Lano,” zei ze, “dat blijft altijd doorgaan.”’
Te gesmeerd
Toch overtuigt het boek niet helemaal. Hoe sterk sommige personages ook zijn uitgewerkt, het is jammer dat sommige ervan plots en snel uit het verhaal verdwijnen. Wanneer Lano er, op nauwelijks een kwart van het boek, in slaagt te ontsnappen van het slavenschip, is dat meteen ook zijn exit uit het verhaal, en dat terwijl hij een van de interessantste personages is. Niet alleen jammer maar ook wat ongeloofwaardig is hoe Esi terloops in een paar zinnen de dood van haar jongere broertje vermeldt:
“Ze dacht ook aan Yaa. Ze miste hem, maar ze was toch blij dat hij nu niet gevangenzat op een plantage, maar dat zijn geest vrij rondzwom in zee tussen de geesten van alle andere Afrikanen die ook in het woeste water waren terechtgekomen.
Afrikanen die, net als Yaa, ziek waren geworden op het slavenschip en na hun dood in zee waren gegooid.”
Vanaf het moment van de vluchtpoging van Jantje loopt alles net wat te gesmeerd. Wanneer basya Leegbek net op het moment dat Jantje op vertrekken staat, knapzak in de hand, is het echt wel vreemd dat hij dat niet doorheeft en de smoes waarmee hij vervolgens naar buiten gewerkt wordt, is er me de haren bij gesleurd. Wat er in de maanden en jaren na Jantjes vlucht gebeurt, wordt op amper zes bladzijden – twee brieven en een soort epiloog – afgehandeld. Ook de perspectiefwissels tussen verschillende personages gebeuren soms te snel.
Wel geslaagd is de keuze om de tekst om de paar hoofdstukken te onderbreken voor een reeks paginagrote prenten, die een deel van het verhaal overnemen. Zo wordt er meermaals een sprong in de tijd gemaakt, wat voor een versnelling zorgt en het verhaal vaart geeft. De stripachtige illustraties van Renate Siepel in sobere kleuren, doen wat statisch aan.
Suikerland is vooral inhoudelijk een aanrader, een boek dat het thema van de slavernij inzichtelijk maakt door middel van een boeiend verhaal en personages die echt tot leven komen. Een indringend en belangrijk verhaal, dat nog lang nazindert in je hoofd.
Henna Goudzand Nahar: Suikerland, Querido, 2023.
Illustraties van Renata Siepel.
ISBN 9789045126999.
In dit interview gaat auteur Henna Goudzand Nahar dieper in op Suikerland en het thema van het boek.